Daryeel
  • Homepage
  • Multimedia
    • Video
    • Podcasts
  • Activiteiten
    • Dialoogbijeenkomsten
    • Training
  • Nieuws
  • Bron
    • Rapporten
    • Brochures
  • Agenda
  • nl
    • am
    • ar
    • nl
    • en
    • so
  • Homepage
  • Multimedia
    • Video
    • Podcasts
  • Activiteiten
    • Dialoogbijeenkomsten
    • Training
  • Nieuws
  • Bron
    • Rapporten
    • Brochures
  • Agenda
  • nl
    • am
    • ar
    • nl
    • en
    • so
No Result
View All Result
Daryeel
No Result
View All Result

Onderzoek: ingesleten cultuur van racisme, discriminatie en uitsluiting bij Buitenlandse Zaken

Er is binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken sprake van een ingesleten cultuur van racisme, discriminatie en uitsluiting. Dat concludeert een onafhankelijk onderzoek dat het ministerie heeft laten verrichten.


Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag.BEELD ANP / ANP

Het rapport voert getuigenissen op van medewerkers die oplopen tegen verbaal geweld, denigrerend worden bejegend en te maken krijgen met verdachtmakingen. ‘Medewerkers hebben er eveneens last van dat zij soms overgeslagen, genegeerd, en buitengesloten worden. Zij ondervinden racistische grappen en lage verwachtingen. Zij ervaren dat een deel van hun witte collega’s hen ziet als ‘de etnische en culturele ander’ en niet als een volwaardige Nederlander of gelijkwaardige collega,’ aldus het rapport.

De nadruk op de etnische en culturele achtergrond van mensen leidt ertoe dat de loyaliteit van medewerkers vanwege hun achtergrond in twijfel wordt getrokken, schrijven de onderzoekers. ‘Verder hebben medewerkers last van de manier waarop er stigmatiserend wordt gesproken over verschillende etnische groepen. Zo vertelt een aantal medewerkers dat mensen vanwege hun huidskleur meerdere keren aangeduid zijn als ‘apen’, ‘bokito’s’, ‘negers’ en ‘zwarte piet’.’

Het ministerie vroeg twee jaar geleden om het onderzoek naar aanleiding van de Black Lives Matter-beweging. De ambtelijke top wilde weten of medewerkers binnen de eigen organisatie racisme ervaren, en zo ja in welke vorm dan. De bevindingen zijn vanmiddag aan het personeel gepresenteerd

‘Dit raakt ons diep’
“Het rapport raakt ons diep. Wat collega’s meemaken, wat gezegd wordt en welk gevoel dat geeft, vinden we onacceptabel,” schrijft de hoogste ambtenaar van het ministerie, secretaris-generaal Paul Huijts, in een begeleidende brief. “Het spijt ons dat wij kennelijk niet in staat zijn geweest een werkomgeving te bieden waarin voor dit soort gebeurtenissen geen plaats is. Daarvoor bied ik, namens de Bestuursraad, onze excuses aan.” Huijts noemt het rapport ‘extra pijnlijk omdat iedere vorm van discriminatie verboden is en wij internationaal pleiten voor rechtvaardigheid’. Hij kondigt een reeks maatregelen aan die tot een cultuurverandering moeten leiden.

Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra zal later vandaag reageren.

‘Hoofd afhakken’
De onderzoekers hebben 33 diepte-interviews gehouden (meestal van zo’n anderhalf uur) met biculturele ambtenaren die werken in Den Haag of op posten in het buitenland, en met lokaal aangetrokken medewerkers op die posten. Daarnaast zijn er vier focusgroepen georganiseerd met vertrouwenspersonen, personeelsmanagers en beleidsambtenaren die zich bezighouden met diversiteit en inclusie. De geanonimiseerde getuigenissen in het rapport lopen uiteen van nare opmerkingen tot misgelopen promoties.

Zo kreeg een lokaal aangenomen medewerker op een ambassade te horen: ‘Jij kunt goed sjoelen voor een neger.’ En: ‘Een respondent vertelt hoe een collega iedereen gelukkig nieuwjaar wenste, behalve de respondent zelf. Aan haar werd gevraagd of hij de nieuwjaarswens wel mag uitspreken of dat zijn hoofd er dan wordt ‘afgehakt’.’

Veel genoemd is dat er na een aanslag aan islamitische medewerkers wordt gevraagd wat zij ervan vinden. Vaak moeten zij aanslagen veroordelen om hun onschuld te bewijzen. Collega’s willen weten of ze instemmen met terreur. Ook verschillende witte niet-islamitische collega’s herkennen dit patroon. Zo merkt een deelnemer in een focusgroep op dat ‘heel islamitisch BZ zich na een aanslag moet verantwoorden dat ze er tegen zijn’.

Vinkjes
Ook zijn er twijfels of mensen met een gemengde achtergrond hun positie wel eerlijk hebben verworven. ‘Er werd tegen mij gezegd: jij gaat het waarschijnlijk wel maken, want je hebt een dubbel rugnummer. Ik snapte er helemaal niks van. Ik dacht dat ze verwezen naar voetbal, dus ik vroeg heel naïef: wat bedoel je dan? Nou, je bent vrouw en allochtoon, dus dat gaat wel lekker. Een medewerker van personeelszaken zei tegen mij: het is wel jammer dat je niet ook lesbisch of invalide bent, want dan had je nog een paar andere vinkjes. Ik had zoiets van: ok, waar slaat dit op? Ze kijken ook anders naar mij omdat ik Marokkaans ben en daardoor anders word behandeld. Terwijl ik juist vier keer zo hard mijn best moet doen om te laten zien dat ik goed ben.’

Meerdere ondervraagden vertellen dat ze geregeld ‘lager’ worden ingeschat qua functie. Een voorzitter van een vergadering werd aangezien voor een medewerker die de koffie brengt, een diplomaat werd aangesproken als secretaresse, een andere diplomaat werd aangezien voor een beveiliger, een uitgezonden medewerker werd aangezien voor een servicemedewerker en een beleidsmedewerker werd geregeld benaderd als een stagiaire of trainee.

Soms spreken collega’s hun verbazing uit als zij goed blijken te functioneren, schrijven de onderzoekers. Een leidinggevende heeft een medewerker bijvoorbeeld verteld dat zij niet verwacht had dat hij ‘zulk goed werk zou leveren’, omdat hij niet zo ‘overkomt’. Medewerkers krijgen ook vaak verbaasde reacties en complimenten dat ze zo goed Nederlands spreken. Voor deze medewerkers zelf is hun taalbeheersing vanzelfsprekend aangezien ze doorgaans in Nederland zijn geboren en opgegroeid, aldus het rapport.

Opstaan als ambassadeur binnenkomt
Ook het onderscheid dat op ambassades en consulaten wordt gemaakt tussen diplomaten en lokaal aangeworven personeel wordt vaak genoemd. Verschillende respondenten wijzen op ambassadeurs die verwachten dat lokaal aangenomen medewerkers opstaan als ze de kamer binnenkomen, terwijl dat van uitgezonden medewerkers niet wordt verlangd. ‘Op een andere ambassade klopt de ambassadeur op de muur als deze iets nodig heeft van lokaal aangenomen medewerkers,’ aldus het rapport.

De onderzoekers stellen dat er op Buitenlandse Zaken ook sprake is van ‘institutioneel racisme’. Die term wordt gebruikt als geschreven en ongeschreven regels van instituten leiden tot structurele ongelijkheid tussen mensen met verschillende achtergrond, huidskleur of religie. Bij het beoordelen van de sollicitatiebrieven en tijdens sollicitatiegesprekken vindt bijvoorbeeld expliciete afwijzing plaats op basis van afkomst, hetgeen wettelijk verboden is, schrijven ze. Zo wees een hooggeplaatste medewerker een kandidaat af omdat hij expliciet aangaf op zoek te zijn naar ‘gewoon, een leuk, fris, jong, blond meisje met blauwe ogen’.

Het geldt ook voor de doorstroom naar hogere functies. Ambtenaren van Buitenlandse Zaken moeten om de circa vier jaar solliciteren op een volgende post. Maar er is sprake van ‘favoritisme’ en een ‘old boys network’. Wie daar niet in kan of wil doordringen maakt weinig kans, aldus het rapport.

Dit leidt ertoe dat relatief veel medewerkers de organisatie weer verlaten: “Het is een oer-Hollandse organisatie. Je moet alle mores kennen. Ik heb op een gegeven ogenblik ook besloten: ik wil verder en doorgroeien. Dat kan niet hier. Dat hoor ik ook van anderen die zijn afgehaakt.”

‘Meestal wordt er om gelachen’
Opgetreden wordt er zelden. Het rapport: ‘Veel medewerkers ervaren dat hun collega’s ‘wegkijken’ en zelden anderen aanspreken. Meerdere respondenten geven aan dat er nog nooit iemand voor hen is opgekomen. “Ik heb nog niet meegemaakt dat omstanders er iets van zeggen. Meestal wordt er een beetje om gelachen.”

in zijn brief bij het rapport somt secretaris-generaal Huijts op wat hij de komende tijd wil gaan doen. De ambtelijke top en andere leidinggevenden gaan gesprekken organiseren ‘om het thema racisme actief en op een veilige manier bespreekbaar te maken’. De meldingsprocedure voor klachten zal worden verbeterd. Het werving- en selectieproces wordt kritisch bekeken. En ook komt er meer aandacht voor de uitstroom: ‘Als een biculturele collega of een lokaal aangenomen collega van kleur ontslag neemt, zullen we in het vervolg expliciet bespreken of racisme een rol heeft gespeeld bij haar of zijn beslissing, zodat we kunnen leren hoe in de toekomst beter te handelen.’

Het Parool

ShareTweetSend
  • Over ons
  • Contact

© 2022 Stichting Soneca. Alle rechten voorbehouden.

No Result
View All Result
  • Homepage
  • Multimedia
    • Video
    • Podcasts
  • Activiteiten
    • Dialoogbijeenkomsten
    • Training
  • Nieuws
  • Bron
    • Rapporten
    • Brochures
  • Agenda

© 2022 Stichting Soneca. Alle rechten voorbehouden.

Go to mobile version